Cursus voorjaar 2014
In het voorjaar van 2014 heeft het Filosofisch Café Hoogeveen de cursus:
Filosofie en wetenschap.
georganiseerd. Deze is gegeven door drs. Arend Jagersma, filosoof.
Van oudsher streven filosofen naar wijsheid. Al sinds Plato behelst wijsheid het vermogen te onderscheiden tussen wankele meningen en echte, zekere, onbetwijfelbare kennis, die niet aan verandering of modes onderhevig is. De begeerte naar wijsheid nam de vorm aan van een verlangen naar 'scientia universalis', alomvattend weten. De wetenschappelijke revolutie in de zeventiende eeuw en de daaropvolgende spectaculaire opmars van de vakwetenschappen, lijken de oeroude opdracht van de filosofie te hebben overgenomen en zelfs te hebben verwerkelijkt. Vandaag de dag is wetenschap immers overal, en haar betekenis voor mens en samenleving moeilijk te overschatten. De aard, de rol en de invloed van de wetenschappen hebben op hun beurt weer de aandacht van filosofen getrokken.
Gedurende vijf avonden zullen we het landschap van de zogeheten wetenschapsfilosofie nader verkennen. Daarbij zal ook aandacht worden geschonken aan actuele discussies in samenhang met ethische vraagstukken.
College 1
In de twintigste eeuw legden steeds meer filosofen zich toe op het onderzoek naar de grondslagen en de invloed
van de wetenschappen. We bespreken enkele centrale thema's en de historische en systematische achtergronden hiervan.
College 2
In de wetenschapsfilosofie staat in eerste instantie de vraag centraal: wat is eigenlijk wetenschap? Op grond van
welke criteria wordt onderscheid gemaakt tussen kennis die wetenschappelijk mag heten en beweringen die dat predicaat
niet mogen dragen? Het antwoord van de kritische rationalist Karl Popper op dit vraagstuk luidt in essentie: de
stelselmatige bereidheid om te leren van fouten.
College 3
Met zijn boek "De structuur van wetenschappelijke revoluties" (1962) veroorzaakte Thomas Kuhn zelf een revolutie
in de wetenschapsfilosofie. Kuhn plaatste vraagtekens bij de optimistische gedachte dat wetenschappelijke
ontwikkelingen een lineaire vooruitgang te zien geven. Er is volgens hem eerder sprake van afwisseling van
onvergelijkbare perspectieven: zgn. paradigma.
College 4
De wetenschapsfilosoof Imre Latakos probeerde de onenigheid tussen Karl Popper en Kuhn te overbruggen m.b.v. zijn
theorie over zgn. "onderzoeksprogramma's". Zijn anarchistisch ingestelde collega Paul Feyerabend daarentegen
meende dat de ontwikkeling van wetenschap juist irrationeler verloopt dan Kuhn zich voorstelde en bestreed de
opvatting dat wetenschappelijke praktijken berusten op universele methodologische principes.
College 5
Naast de kwestie inzake de aard en rationaliteit van wetenschap stellen wetenschapsfilosofen belang in de
vraag naar de enorme invloed die wetenschappers uitoefenen op maatschappelijke en politieke ontwikkelingen.
Kennis is macht, wist Francis Bacon al, en de relatie tussen wetenschap en macht is het centrale thema van
intrigerende studies van Bruno Latour.