logo

Wilt u via de email op de hoogte worden gehouden van onze activiteiten, meld u dan aan voor onze nieuwsbrief.

U kunt bekijken welke lezingen we in het verleden hebben georganiseerd en welke cursussen.

28 september 2021:
De vrijheid van meningsuiting: Spinoza versus Mill.

door dr. Yoram Stein, filosoof en publicist

foto Yoram Stein John Stuart Mill's On Liberty (1859) wordt beschouwd als een van de belangrijkste werken, zo niet het belangrijkste werk over de vrijheid van meningsuiting. Echter, Spinoza's Tractatus Theologico-Politicus (TTP, 1670) verdedigde 189 jaar eerder, zoals de ondertitel van dit werk van Spinoza aangeeft, reeds de libertas philosophandi, de vrijheid om te filosoferen. De TTP wordt dan ook wel gezien als een van de vroegste systematische filosofische verdedigingen van de vrijheid van meningsuiting, en daarmee als een belangrijke voorloper op het liberalisme van Mill. In deze lezing wil Yoram Stein echter beargumenteren dat er belangrijke verschillen zijn tussen de verdediging van de vrijheid van meningsuiting van Mill en de verdediging van de vrijheid om te filosoferen van Spinoza. Ten eerste is er een verschil tussen wat beide filosofen onder "vrijheid" verstaan. Bij Spinoza heeft vrijheid uiteindelijk te maken met het vermogen om ons door de rede te laten regeren. Bij Mill is vrijheid simpelweg om nergens toe gedwongen te worden. De 20ste eeuwse filosoof Isaiah Berlin heeft de vrijheid van Spinoza, datgene doen wat redelijk is, "positieve vrijheid" genoemd, en de vrijheid om niet gedwongen te worden "negatieve vrijheid". Ten tweede is de vrijheid om te filosoferen niet hetzelfde als de vrijheid van meningsuiting. De vrijheid om te filosoferen is de vrijheid om op redelijke wijze, gebruikmakend van argumenten, met elkaar van gedachten te wisselen. Volgens Spinoza hebben mensen niet de vrijheid om anderen uit te schelden en te beledigen en hebben mensen al zeker niet het recht om de regering van allerlei slechte daden te betichten. De vrijheid van meningsuiting bij Mill daarentegen wordt slechts begrensd door het schadebeginsel: oproepen tot geweld gaat te ver, maar voor het overige mag alles gezegd worden. Een derde en laatste verschil betreft de manier waarop beide denkers de vrijheid van denken en spreken proberen te verdedigen. Mill is een fallibilist die gelooft in de feilbaarheid van al onze overtuigingen. Omdat niemand ooit zeker weet dat hij de waarheid in pacht heeft, moet een ieder altijd open staan voor kritiek. Spinoza is echter iemand die meent dat er zekere en onbetwijfelbare kennis verkregen kan worden. Zijn verdediging van de vrijheid om te filosoferen vindt dan ook hoofdzakelijk plaats op zeer pragmatische gronden. Hoe Spinoza precies komt tot de conclusie - in de woorden van de titel van hoofdstuk 20 van de TTP - "dat in een vrije republiek het eenieder toegestaan moet worden om te denken wat hij wil en te zeggen wat hij denkt", en wat hij precies met deze zinsnede bedoeld heeft, zal Yoram Stein tijdens deze gelegenheid uiteenzetten.

Let op: Van tevoren aanmelden voor deze lezing is verplicht i.v.m. beperkt aantal zitplaatsen in de Bibliotheek(zie hieronder).

Aanmelding:
via dit webformulier of via de email

Aanvang: 19:30 uur (zaal open: 19:00 uur).