logo

Wilt u via de email op de hoogte worden gehouden van onze activiteiten, meld u dan aan voor onze nieuwsbrief.

U kunt bekijken welke lezingen we in het verleden hebben georganiseerd en welke cursussen.

Zomercursus 2021

Ook in 2021 organiseren we weer een zomercursus o.l.v. Arend Jagersma. Die cursus heeft als thema:

"Over de grenzen van de taal en de wereld."
foto Arend Jagersma

De hedendaagse filosofie dankt haar aanzien in belangrijke mate aan de inspirerende ideeën van de Oostenrijkse filosoof Ludwig Wittgenstein (1889-1951). Wat deze markante en excentrieke denker bovenal kenmerkt, is de belangstelling voor de betekenis van de taal voor onze opvattingen over de werkelijkheid. Daarmee is hij een van de voornaamste representanten van de zogenaamde "linguistic turn", de talige wending, die zo typerend is voor de wijsbegeerte van de twintigste eeuw. Sinds Wittgenstein is het nadenken over filosofische problemen onlosmakelijk verbonden met reflectie op de rol van de taal daarin. In zijn eigen woorden: "De filosofie is een strijd tegen de beheksing van ons verstand door de middelen van onze taal".

Er bestaat een duidelijk verschil tussen de "vroege" en de "late" Wittgenstein. Het is dan ook gebruikelijk in zijn wijsgerige ontwikkeling (minstens) twee perioden van elkaar te onderscheiden. De Tractatus logico-philosophicus is het originele hoofdwerk van de jonge Wittgenstein, het enige boek ook dat tijdens zijn leven (in 1922) werd gepubliceerd. In zeven hoofdstellingen en een veelvoud aan substellingen bespreekt hij de verhouding tussen denken, taal en werkelijkheid, waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor de logica. Aan het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw waren door o.a. Gottlob Frege en Bertrand Russell de tekortkomingen van de traditionele logica van Aristoteles blootgelegd, waardoor een ingrijpende vernieuwing van het denken over logica en taal in gang werd gezet. De Tractatus van Wittgenstein bouwt voort op deze ontwikkelingen en levert er op unieke wijze commentaar op. Het boek bestaat uit een verzameling intrigerende stellingen, die de wijze waarop ons denken en onze taal aansluiten op de wereld inzichtelijk willen maken, opdat de grote vraagstukken uit de geschiedenis van de filosofie eenduidig en definitief kunnen worden opgehelderd en beantwoord.

Gedurende de jaren '30 en '40 vond een heroriëntatie plaats, die culmineerde in de fragmentarische Filosofische onderzoekingen, ook wel Wittgensteins tweede hoofdwerk genoemd, dat postuum (in 1953) verscheen. Het bestaat uit talloze korte paragrafen die de neerslag vormen van de groeiende twijfels die Wittgenstein bekropen over fundamentele veronderstellingen waarop zijn vroege ideeën waren gebaseerd. Zijn oorspronkelijke opvatting over denken en taal als afbeelding van de werkelijkheid maakt nu plaats voor een nieuwe benadering waarin het gebruik en de functie van taal binnen een taalgemeenschap centraal komen te staan. Termen als "taalspel", "familiegelijkenis" en "levensvorm" zouden de aanzet geven tot een originele nieuwe stroming in de hedendaagse taalfilosofie, die de centrale problemen van de wijsbegeerte vanuit een grondig herzien perspectief benadert en daarmee nieuwe antwoorden op oude vragen verschaft.

De studiedagen beogen een kennismaking met de belangrijkste opvattingen van zowel "Wittgenstein I" als "Wittgenstein II". Daarbij zullen we de eerste dag vooral aandacht besteden aan de centrale zienswijzen uit zijn Tractatus, om ons vervolgens tijdens de tweede studiedag nader te verdiepen in kernpassages uit de Filosofische onderzoekingen. Daarbij zullen tevens Wittgensteins fascinerende levensgeschiedenis en persoonlijkheid, die zijn iconische status mede hebben bepaald, aan bod komen.